Bieden op een woning? Vermijd deze 5 biedblunders

11 juni 2025

Je kent het wel. Scrollen, filteren, liken, afwijzen. Weken, misschien maanden, ben je al op zoek naar dat ene perfecte plekje dat je thuis mag noemen. En plots is het daar. Je droomhuis. Check. Budgetvriendelijk. Check. Helemaal jouw stijl. Double check.

 

Maar dan komt het: het bod. De biedstrijd. De Hunger Games van de vastgoedmarkt. En hier wordt het tricky. Want één verkeerde zet en het huis is weg. Foetsie. Naar iemand anders. Of je betaalt te veel en je zit jarenlang vast aan een spijtaankoop. Tijd dus om de meest gemaakte fouten te vermijden. Klaar om strategisch te scoren? Let’s go. 

 

1. Alles inzetten, niets overhouden – don’t go broke

 

Je wil winnen. Logisch. Maar een all-in bod zonder enige buffer is het recept voor nachtmerries. Je hebt je hele spaarpot op tafel gelegd en dan… bam! Een lek in je dak. Een kapotte ketel. Een verborgen vochtprobleem dat plots opduikt als een horrorfilm.

 

Tip | Altijd een nood-spaarpotje achter de hand houden. Denk aan 5 à 10% extra boven op je bod. Trust us: je toekomstige zelf zal je dankbaar zijn.

 

2. Hoogste bod = winnaar? Think again.

 

“Wie het meest biedt, wint.” Klinkt logisch, toch? Niet altijd.

 

Veel verkopers kiezen voor zekerheid boven centen. Iemand zonder voorwaarden (zoals een opschortende lening) krijgt sneller een knikje van de eigenaar dan iemand die nog vijf weken moet wachten op een akkoord van de bank.

 

En dan is er nog de klik. Die éne lach. Die ene zin: “We zien onszelf hier écht wonen.” Instant vertrouwen.

 

Tip | Wees vriendelijk, transparant en betrouwbaar. People buy from people they like.

 

3. Denken dat je nog een kans krijgt – risky business

 

Eerste bod gedaan? Mooi. Maar denk niet dat je het automatisch mag herhalen. Verkopers zijn geen spelshow-hosts. Er is geen gegarandeerde tweede ronde met “En wat is jouw eindbod?”. Je krijgt misschien nooit een herkansing.

 

Tip | Doe meteen een serieus, weloverwogen bod dat je écht kan verdedigen. Geen getwijfel. Geen spijt achteraf.

 

4. “Beste en laatste bod” – drama alert 

 

Klinkt stoer. “Dit is ons beste en laatste bod.” Maar wat als de verkoper wel met je wilde praten over de verhuisdatum, overname van meubels of andere voorwaarden?

 

Door jezelf vast te pinnen, sluit je onbewust de deur voor onderhandeling. En dan lijkt het alsof jij niet flexibel bent – ook al bedoel je dat misschien niet zo.

 

Tip | Hou ruimte. Zeg liever: “Dit is ons sterkste bod op dit moment, maar we staan open voor overleg.” That’s the magic sentence. 

 

5. Bieden zonder research = blind gokken 

 

Vraagprijs gezien? Mooi. Maar is dat ook wat het écht waard is? Slimme verkopers zetten hun woning soms bewust iets lager in om een biedstrijd uit te lokken. Voor je het weet, zit jij boven je budget voor een huis dat dat misschien niet eens waard is.

 

Vergelijkbare panden checken kan helpen — maar let op: een vraagprijs is geen verkoopprijs. Wat op papier hetzelfde lijkt, kan in de praktijk flink verschillen. Denk aan afwerking, onderhoud of zelfs de ligging van het huis in de straat. Die details maken het verschil.

 

Tip | Gebruik vergelijkbare huizen als richtlijn, niet als waarheid. Twijfel je? Vraag een expert mee te kijken. Dan bied je slim, niet blind.

Bieden op een huis is geen gokspel. Het is een strategie. Wie emotie combineert met inzicht, komt vaak als winnaar uit de bus – zelfs zonder het hoogste bod. Play it smart, win the game. (Vast)goed advies nodig?

blogpost
Blogpost foto